Evaluatie Machinerichtlijn: Goed voor vrije interne markt en veiligheid maar te weinig controles op naleving
De Machinerichtlijn heeft voor een vrije interne markt gezorgd voor machines en meer veiligheid en gezondheid voor gebruikers, dat is een van de conclusies uit een onlangs uitgebracht rapport van de Europese Commissie. Er is wel de nodige bezorgdheid over het juist (of bewust niet) toepassen van de eisen uit de Machinerichtlijn bij zelfcertificering. De frequentie en het aantal inspecties op het naleven van de Machinerichtlijn vindt men te laag.
In het rapport ‘Evaluation of Directive 2006/42/EC on Machinery’ dat in september 2017 is gepubliceerd, is gekeken naar relevantie, effectiviteit, samenhang, efficiëntie en de toegevoegde waarde van de Machinerichtlijn voor de Europese Unie (EU). Diverse belanghebbenden uit vele landen hebben meegewerkt aan dit onderzoek, zoals bedrijven die te maken hebben met de Machinerichtlijn, internationale, Europese, en nationale industrieverenigingen, Notified Bodies en ‘Competent Authorities’(verantwoordelijk voor de implementatie van de marktcontrole in elk land).
De onderzoekers hebben gekeken in hoeverre de Machinerichtlijn zijn doelstellingen heeft gehaald: met name het garanderen van een vrije markt binnen de EU voor machines en het garanderen van een hoge mate van veiligheid en bescherming voor machinegebruikers. De overgrote meerderheid van de ondervraagde belanghebbenden is het erover eens dat de Machinerichtlijn een goed antwoord is op de doelstelling van het garanderen van een vrije markt.
Wat betreft het garanderen van veiligheid en gezondheid is het volgende resultaat gemeten: het aantal dodelijke en niet-fatale arbeidsongevallen in de productie-, constructie- en landbouwsector is met bijna 30% gedaald tussen 2008 en 2013. In deze sectoren en beroepen die het belangrijkste zijn voor machines (en de Machinerichtlijn) vallen ook de meeste ongelukken.
Ondanks deze daling gebeurden er nog steeds 3 miljoen niet-fatale ongelukken en ongeveer 3700 dodelijke ongelukken op EU-arbeidsplekken in 2013.
Toch vindt de meerderheid van de respondenten wel dat de Machinerichtlijn haar doel of bescherming van de gezondheid en veiligheid van consumenten en gebruikers grotendeels of volledig heeft bereikt.
Zelfcertificering versus beoordeling door Notified bodies
Het inschakelen van derden om te beoordelen of een product voldoet aan de Machinerichtlijn heeft meer effect om bescherming van de gebruikers te garanderen, maar is aan de andere kant duurder vergeleken met zelfcertificering. Er is ook bezorgdheid over tegenstrijdigheden tussen Notified Bodies bij de beoordeling van ondernemingen en de interpretatie van eisen. Verder maakt men zich bezorgd over de afname van de kennis en ervaring met bepaalde machines binnen deze organisaties, met mogelijke gevolgen voor de effectiviteit van de uitgevoerde beoordelingen.
De belangrijkste nadelen van zelfcertificering zijn: het gebrek aan vertrouwen en bescherming die anders zou kunnen worden verleend door derden (welke klanten zouden kunnen verwachten/ eisen), de inspanningen en deskundigheid die intern nodig zijn om het certificeringsproces te ondernemen en het ontbreken van relevante geharmoniseerde normen ter ondersteuning van zelfcertificering. Er waren ook grote bezorgdheid onder belanghebbenden over de mate waarin de eisen onjuist werden toegepast tijdens zelfcertificering (opzettelijk of niet), versterkt door een inefficiënt markttoezicht dat weinig stimulans biedt om meer dan het minimale minimum te doen.
Europese EN-normen
EN-normen worden gezien als bijzonder nuttig door de ondervraagden. Als je een geharmoniseerde EN-norm volgt weet je dat je product voldoet aan de essentiële eisen en het scheelt tijd en uitzoekwerk. Bovendien, wanneer je een norm volgt, wordt het ook algemeen aanvaard dat je voldoet aan de Machinerichtlijn.
Op het gebied van Type C-normen, die specifieke eisen beschrijven voor een bepaalde categorie machines, ontbreken er nog de nodige normen. Vooral op het gebied van geautomatiseerde machines en voertuigen, samenwerkende robots/systemen, assemblage machines en –systemen, additive manufacturing, verwisselbare apparatuur, gedeeltelijk voltooide machines, windturbines, voedselmachines, metaalbewerking/ buigen en risicobeoordelingsprocedures.
Inspecties
Het aantal inspecties uitgevoerd aan machines varieert nogal van land tot land en van jaar tot jaar. Ook is er een behoorlijke variatie in de mate waarin inspecties leiden tot de vaststelling dat een product niet voldoet aan de Machinerichtlijn (6% in Oostenrijk, 79% in Denemarken). Verder verschillen landen in hun aanpak qua corrigerende maatregelen, sommige landen focussen op vrijwillige maatregelen terwijl andere landen alleen limiterende maatregelen of strafmaatregelen instellen. Over het algemeen vindt men de controle van de markt onvoldoende en ineffectief. De frequentie en het aantal inspecties is te laag. Ongeveer driekwart van de ondervraagde bedrijven van dit onderzoek hadden de afgelopen 5 jaar geen inspecties gehad, en de helft gaf aan dat nog nooit een van hun producten was gecontroleerd.
Download hier het rapport: Evaluation of Directive 2006_42_EC on Machinery – Final Report – September 2017